Jeroen Onstenk
Emeritus lector Pedagogisch-didactisch handelen in het onderwijs, oud lid KWT
In zijn inleiding gaat Jeroen in op de plek van burgerschap(svorming) in het mbo. Al voor burgerschap een expliciete wettelijke opdracht aan al het onderwijs werd (2006) maakt het in het MBO al deel uit van de ‘drievoudige kwalificatie’. Mbo-instellingen leiden niet alleen op voor een beroepsloopbaan, maar dienen jongeren ook voor te bereiden op vervolgonderwijs en om hen te ondersteunen in hun ontwikkeling tot verantwoordelijke, actieve en betrokken burgers. De expliciete formulering van deze drievoudige kwalificatie is nog een gevolg van de vormende doelen van opleiding voor de werkende jeugd uit de vijftiger en zestiger jaren. Burgerschap in het huidige MBO is deel van de generieke eisen zoals die in elk kwalificatiedossier staan beschreven. De relevante thema’s zijn geordend in vier dimensies: politiek-juridisch dimensie (actieve deelname aan de democratie); economische dimensie (functioneren als werknemer en als consument); sociaal-maatschappelijke dimensie (actieve participatie in de gemeenschap en omgaan met sociale en culturele verschillen); dimensie vitaal burgerschap (gezondheid en zorg voor eigen vitaliteit, fitheid).
Nog veel te weinig wordt in de discussies over burgerschap in het MBO een relatie gelegd met het beroep als maatschappelijke activiteit en met maatschappelijk verantwoord professioneel handelen. Het gaat bij burgerschap om het begrijpen van de samenleving als een resultaat van historisch, culturele en sociale processen en studenten/leerlingen te begeleiden in hun ontwikkeling als lid en mede-vormgever van beroep en samenleving. Hoe kan (beroeps)onderwijs jongeren helpen om te gaan met de turbulentie van deze tijd en met soms tegenstrijdige waarheden? Hoe kunnen ze afwegingen en keuzes voor hun toekomst, als burger, consument en deelnemer aan het arbeidsproces? En hoe vinden ze hun eigen antwoorden op levensvragen en op thema’s van deze tijd, zoals polarisatie, discriminatie en (vrije) tijdbesteding?
Birgit Pfeifer
Practor ‘Verschillen Waarderen’, Federatie Chr. MBO,
Burgerschap speelt in een multiculturele samenleving die gekenmerkt wordt door (super)diversiteit. Diversiteit heeft betrekking op culturele, etnische, levensbeschouwelijke, cognitieve en sociaaleconomische verschillen en eigenaardigheden in de samenleving, waaronder de school en de klas. Dat geeft mogelijkheden, maar veroorzaakt ook spanningen. De vraag is hoe mensen, burgers in deze samenleving hiermee omgaan: trekt men zich terug? Wordt de confrontatie gezocht of juist de dialoog?
In haar inleiding gaat Birgit in op de vraag hoe we in het mbo kunnen bijdragen aan het onbevooroordeeld omgaan met diversiteit in al haar vormen en het tegengaan van polarisering en radicalisering. Dit thema raakt aan burgerschap, persoonsvorming en identiteitsontwikkeling. Bij moreel burgerschap gaat het om het ontwikkelen van een verantwoordelijkheidsgevoel voor het welzijn van de medemens, de wereld en alles wat daarop leeft. Diversiteit kan gezien worden als waardevol of als bedreiging. Maar het is ook een feit. Daarmee wordt voor de samenleving de vraag naar wat bindt steeds belangrijker. Voor een vreedzaam samenleven is dialoog een noodzakelijke voorwaarde en daarmee essentieel in de vorming van jonge mensen in deze tijd. Hoe kunnen we deze dialoog in het mbo vormgeven?